Proost!!  De rotzak is dood. Eindelijk! Uitgerekend op de dag dat jij 5 onschuldige vrouwen hebt verbrandt, uitgerekend op die verschrikkelijke 18de september, brandt jij in de hel, Erasmus Grevenbroeck! Proost op de vrijheid! Mij maak je niet bang meer. Ik kan eindelijk vrijuit praten, stuk verdriet! Je had het ook op mij gemunt hè? Ik ben immers de dochter en kleindochter van Marie Baten en Baetken Simons. Maar wij zijn geen heksen, wij hebben geen macht. Hadden wij die wel gehad dan hadden we jou toch zeker morsdood getoverd! Dan was je geen 81 jaar geworden! Maar wat ik me eigenlijk al die jaren afgevraagd heb, kon je nog wel slapen Grevenbroeck ? Of krijsten die vrouwen in je dromen? Spookten zij rond in de uithoeken van je ziel? Of staarden ze je aan in de donkere krochten van je geest? Drinkt glas leeg, schenkt opnieuw in al zeggende:
Kom Baetken Baten neem er nog eentje. Proost op de toekomst! Straatarm bleven we achter, maar daar lag jij niet wakker van. Ik moest voor mijn broertjes en zusjes zorgen en we hadden geen cent! 12 december 1595, die datum zal ik ook nooit vergeten. Toen kwam je met een rekening, of ik even kost en inwoning van ons moeder wilde betalen! Ze had immers een week op jouw zak geleefd, in een kasteel nog wel! Schurk! Jouw naam is een poort naar de dood. Ik moest noodgedwongen al mijn bijen verkopen, we hadden niets meer om van te leven.
Zelden zo’n goeie wijn gedronken trouwens.
Het zit zo Erasmus Grevenbroeck; nood breekt wet! Wie honing wil eten moet lijden dat de bijen hem stekenOp een donkere avond, toen de pastoor iemand ging bedienen, ben ik de pastorietuin in geslopen. Daar ben ik door hetzelfde gat gekropen, dat jij gemaakt had, toen je een boom uit de pastorietuin hebt gejat om Lyncken aan vast te binden op de brandstapel. Ik zeg niet hoe maar het is me gelukt om je beste bijenvolk te stelen. (Drinkt nog eens en kijkt aandachtig naar het glas, draait glas rond en ruikt. Grinnikt.)
Het is echt hele goede wijn
Op de terugweg werd ik helaas betrapt door de pastoor. Om een lang verhaal kort te maken; Ik kreeg maar een kleine penitentie. (Heeft een beetje binnenpret)
Één weesgegroetje om precies te zijn én hij wou ieder jaar op 18 september een fles van de beste honingwijn want zo zei de pastoor: ‘Wraak smaakt zoet, Baetken, verstop die bijen goed’. En dat heb ik gedaan; Proost! Echt een uitgelezen honingwijn! Gestolen goed gedijt prima!
|
|
|
