Terug naar de startpagina. Oude Raadhuis met torentje en bordes uit 1806. werd als raadhuis tot 1963 en sinds 1990 gebruikt als huisvesting voor de Heemkundekring en VVV. Heilige Luciakerk, neogotische kerk uit 1859 gebouwd door H.J. van Tulder. Brits militaire begraafplaats en laatste rustplaats voor 665 Britse 
		militairen Televisietoren Mierlo is een 105 meter hoge zendmast uit 1957. Kasteelboerderij aan de Kasteelweg uit omstreeks 1700 behoorde oorspronkelijk
 bij Kasteel Mierlo. De huidige standerdmolen zou gebouwd zijn in 1640 en stond op het hei-eind. In 1858-1860 werd de molen overgeplaatst naar de dorpskern van Mierlo. Patronaatsgebouw uit 1914, het familiewapen bevindt zich boven de ingang.
        Kasteel Myerle, informatie Lettertype verkleinen    Lettertype herstellen     Lettertype vergroten    
logo CICM
Congregatie van Scheut (CICM)

Paters
van het Onbevlekt
hart van Maria

Op 12 juni 1828 werd in Antwerpen Theofiel Verbist geboren. Hij studeerde in Mechelen en werd door de bisschop van Mechelen, Kardinaal Sterckx, op 18 september 1847 tot priester gewijd.

Theofiel Verbist
Theofiel Verbist had zijn zinnen gezet op China en met name op het stichten van een weeshuis waarin hij zorg kon dragen voor de vele kinderen waarvan afstand gedaan werd. Bisschop Sterckx keurde zijn plannen af, zodat Verbist zich tot Rome richtte om toch naar de missie in China te kunnen. In Rome konden zijn plannen op meer instemming rekenen. Maar hij zou wel moeten zorgen voor een sterke basis in België van waar hij kon worden uitgezonden en die de missie in China zou kunnen ondersteunen. Achterliggende gedachte was waarschijnlijk ook dat een nieuwe congregatie de missie zou kunnen overnemen van de congeraties van de Lazaristen, want die wilde China gaan verlaten. Gevolg van de plannen van Verbist was dat er een nieuwe missie orde moest komen. In 1862 creëerde mgr Stercks de Orde van het onbevlekt hart van Maria met Theofiel Verbist als leider. Hij werkte daarbij samen met 4 Brusselse priesters. In het latijn luidt de naam van de orde Congregatio Immaculati Cordis Mariae afgekort CICM. Deze aanduiding gebruiken de paters ook vaak achter hun naam. De orde werd aangeduid als een orde voor de Belgische missie in China, waarmee het werkgebied eenduidig werd vastgelegd.

Verbist gaf de orde een motto mee, dat hj waarschijnlijk niet letterlijk onder woorden heeft gebracht. Later heeft een generaal-overste van de orde het motts als leuze vastgelegd: Één van hart en één van geest. Deze leuze is ook opgenomen in het logo van de orde. Het eerste artikel van de statuten laat ook aan duidelijkheid niets te wensen over: Het algemene doel is de bekering van de ongelovigen, maar het specifieke doel is het prediken van het geloof aan de Chinese volkeren en het heil van de kinderen die er in grote getale worden achtergelaten. (uit Soldaten van God, Harry Knipschild, pag. 20)

Scheut in de beginjaren
Landhuis en kapel in de beginjaren van de orde.
Scheut Mariabeeld
Mariabeeld uit de oude kapel (1857) staat in
de huidige kapel van het ordehuis in Scheut.
Verbist kreeg via Jean-Charles Brabandt, de beschikking over de Onze-Lieve-Vrouw van Genadekapel en een bijgelegen landgoed. Deze lagen in de wijk Scheut van Anderlecht. Daar vestigde de orde zich. Aan deze vestigingsplek onleent de orde de meest gebruikte naam, Orde van Scheut of Missionarissen van Scheut. Vaak afgekort tot Scheutisten. Het Mariabeeld uit deze kapel, staat nog steeds in de kerk van het missiehuis van Scheut.

Op 25 augustus 1865 vertrok Verbist verzegeld van de Belgische paters Van Segvelt en Vranckx en de Nederlander Ferdinand Hamer naar China. De reis ging via Rome - waar ze een speciale audiëntie hadden bij Paus Pius IX - naar Caïro en vandaaruit naar Hongkong en vervolgens naar Shanghai. Daar werden ze per opiumschip naar de Noord-Chinese kust werden gebracht. Op 6 december 1865 bereikten zij hun voorlopige doel, Siwantze, een katholiek dorpje in Binnen-Mongolië, voorbij de Chinese Muur. In dat dorp hadden Franse Lazaristen een christengemeenschap gevormd. Er was zelfs een seminarie voor de opleiding van Chinese priesters. Deze missiepost zouden zij overnemen van de Lazaristen. Al in januari 1866, 6 weken na aankomst in Siwantze, werd Hamer door de Verbist uitgezonden om samen met een Chinese priester het oostelijk deel van het missiegebied te verkennen en zich er als missionaris te vestigen. Van Segvelt werd pastoor van het oosten van Mongolië. De missionarissen hadden het moeilijk. De taal was een groot probleem en ook de cultuur was verre van wat ze gewend waren. Het klimaat in Mongolië viel ook al niet mee en de bevolking werd als stug ervaren als het aankwam op bekering. Deze berichten van de missionarissen kwamen ook in het missiehuis in Scheut aan. Vandaar dat daar in de opleiding van de paters die nog zouden worden uitgezonden veel aandacht werd besteed aan de taal en cultuur van het missiegebied.

Nog geen drie jaar nadat hij was aangekomen stierf Verbist op 23 februari 1868 aan tyfus, waaraan van Segvelt al eerder bezweken was. Ferdinand Hamer werd bisschop in het missiegebied dat men langzaam beter leerde kennen en waarin voorzichtig successen geboekt werden. Toch bleef de bevolking opstandig en tijdens de Bokserprotesten aan het einde van de eeuw, waarbij een gedeelte van de bevolking in opstand kwam tegen alles wat westers was, werd hij op een gruwelijke wijze gemarteld en vermoord.

Seminarie Scheut
Intussen was de orde in België succesvol in het werven van nieuwe missionarissen. In Scheut werd in 1870 een nieuw missiehuis met seminarie gebouwd. Dit bestaat inmiddels niet meer. Het werd te groot voor de orde, zodat het in 1974 in gesloopt en op een gedeelte van het terrein is een kleiner en moderner missiehuis gebouwd. Het beeld van Maria zoals dat in de eerste kapel stond is behouden gebleven. In het missiehuis staat ook de tombe van de oprichter Theofiel Verbist. De orde richtte zich na een aantal jaren ook niet meer alleen op China. Met onder druk van Koning Leopold II van België werd ook de missie in Congo opgepakt. En zo waaierde de Scheutisten uiteindelijk uit over heel de wereld. Aan de missiewerkzaamheden in China kwam in 1949 definitief een einde. De Chinese autoriteiten verboden het werk en alle westerse missionarissen werden het land uitgezet.
Sparrendaal in Vught
Op het hek van Sparrendaal (foto (c) G. Leuven)


In 1899 kwam de orde naar Nederland. In Vught had een weldoener voor de Scheutisten het landgoed Sparrendaal gekocht. Dit was zo 38 hectare groot en moest grotendeels nog door de paters ontgonnen worden. Op het landgoed stond het huis Oud Sparrendaal waar de paters gingen wonen en waar ze onderwijs gingen verzorgen aan jongemannen die geroepen waren tot het missionarisschap. Dit onderwijs stond gelijk aan de opleiding aan het klein seminarie. In 1930 werd het veel grotere Nieuw Sparrendaal gebouwd, maar in de loop van de jaren werd de belangstelling van jongens om de opleiding te volgen veel kleiner. Het klooster en internaat werd veel te groot. In 1994 werd een groot gedeelte van het landgoed verkocht en in 2008 werd het klooster en opleidingsinstituut van de orde in Vught gesloten.


Hier onder tref je een Engels gesproken video aan waarin de geschiedenis van de Orde van Scheut wordt toegelicht.

Sparrendaal in Vught
Op het hek van Sparrendaal

Terug naar Pater van Vlerken


Ontwerp: Beeldmerk 
	ViziVormViziVorm | Realisatie: Bullit beeldmerk Apart InternetApart Internet | Webmaster: Hans Verhees