(Happend naar lucht)
Ik heb jullie hier bij elkaar geroepen als getuigen. Ik, Anna de Smet ben ten dode opgeschreven. Mijn hart begeeft het. Het smelt in mijn borst.
(Hijgend)
Geen kracht meer. Dat het toverij is mij wel duidelijk. En nu wil onzen Thijs met alle geweld Lyncken Pastoors hierheen halen om mij te onttoveren.
(Kreunt van pijn, grijpt naar haar borst)
Ik heb Lyncken altijd verdacht van hekserij. Maar er is mij zojuist verteld dat ze heeft hulp gehad. En jullie raden nooit van wie…… LIJS CUYPERS!! Die aan de Markt woont. Die schijnt nog erger te zijn dan Lyncken. Èn ze heeft alles bekend! Daar kon ze niet onderuit toen ze bleef drijven in de molenwiel van Stipdonk. Ze zeggen dat, toen Baetken Simons de pijp uit ging, de smeerpot naar Lijs ging. Die smerige, duivelse zalf! Het schijnt dat ze daardoor kunnen vliegen.
Jaha….., onzen Thijs heeft gisteren na de Heilige Mis het een en ander opgevangen. Lijs schijnt ooit naar Lierop gevlogen te zijn om te dansen en te toveren!
(Klagend)
Zij maar dansen op het Oude Goor en ik kan geen meter meer lopen. Ze schijnt alles geleerd te hebben van Baetken Simons, die gemene heks. Blij dat het loeder dood is! De beul, meester Hans moet die Lijs en Lyncken eens hard aanpakken, hij moet er die leugens en toverij uit ranselen.
(Hoestend)
En dan nog iets…die koe van Goert Vlicheleers? Dat is geen zuivere koffie als je het mij vraagt. Die geeft water in plaats van melk. Het is algemeen bekend dat heksen haren in dieren en mensen toveren! En weet je wat ze gevonden hebben in die dode koeien? HAREN!! En raad eens wie erin de wei stond te dansen precies op de graven van die koeien? Lyncken Pastoors! En nou wil onzen Thijs naar de heer van Grevenbroek om Lyncken te halen. Maar ik wil die heks hier niet binnen! Dadelijk betovert ze de kinderen nog. Of onzen Thijs! Of ze tovert nog meer haren in mijn hart. Want dat hebben die twee gedaan, dat weet ik zeker! En ik weet ook nog wanneer. Het was vorig jaar met Pasen, net voor de mis begon. Toen keek Lyncken heel lang naar mij met zo’n strakke blik. En Lijs… die zat er langs! Vanaf toen werd ik ziek. En die Lyncken moet mij onttoveren? Dacht het niet! Ik heb onzen Thijs op het hart gedrukt om uit de buurt te blijven van het kasteel van Grevenbroeck. Dat is verboden terrein! Èn ik wil dat die toverij ontmaskert wordt. Ik eis, en jullie allen zijn mijn getuige, dat na mijn dood mijn hart wordt nagekeken door een echte dokter! Dan zullen jullie allemaal zien wat voor duivelse en kwaadaardige groeisels erin getoverd zijn door Lyncken en Lijs!
(Drukt putjes in haar handen en benen)
Moet je eens zien wat een vocht, ik kan niets meer. Ik ben doodmoe. Gaan jullie maar, ik heb nu rust nodig.
(Draait kreunend om en gaat slapen) |
|
|
